De voorbereiding

Op een hotelkamertje slijt ik mijn avonden. De stapels 'readers' en ander leesvoer hopen zich steeds meer op. Vaak is de televisie een aanlokkelijk 'alternatief'. Nu, halverwege de Nationale Tropencursus voor Artsen, bereik je een punt waarop je 'cursusmoe' wordt. Het midden lijkt ook het dieptepunt te zijn; tijdens de lessen verslapt de aandacht steeds sneller, de lessen beginnen ook steeds meer op elkaar te lijken en je eigen inzet is, nu ook niet meer tot eigen verbazing, minimaal geworden. De stap om misschien tegen de docent te zeggen dat zijn les op deze wijze vreselijk saai wordt lijkt ineens tot een onoverkomelijke barriere verworden, en de apathie die de groep beheerst heeft geen waarneembaar effect. De enkele uitzonderingen, qua les en docent, hierop zijn natuurlijk een welkome opfrisser, maar het enthousiasme beklijft niet meer, helaas.

We verblijven met z'n drieen in dit wat stoffige hotel, 10 verdiepingen hoog, 80 kamers vol. Een redelijke groep mensen uit ontwikkelingslanden verblijft hier ook, maar zoals wel vaker, is hier ook een 'klasse'scheiding waarneembaar. Zij die alleen logies met ontbijt hebben, en wij die vol pensioen genieten. Onderwerpen tijdens de maaltijden zijn vaak erg materieel georienteerd; welke auto gaan we aanschaffen, en wat nog meer. Er is ook veel wat eenieder keer op keer zelf moet ontdekken.

Mijn eigen vertrek? Het lijkt nu toch steeds dichterbij te komen, is het eind december of de eerste week van januari? Ik ben nog in het ongewisse, mijn contactpersoon bij DGIS, Mw A. lijkt hierover een bittere strijd met mij te willen aangaan. Aanvankelijk was ik in een zwakke positie wanneer ik overlegde door een kwartjestelefoon tijdens de pauze, keer op keer weer het gesprek noodgedwongen beeindigd. Nu is mijn troef een gedetailleerde brief geworden. Na twee weken nog geen antwoord ontvangen te hebben lijkt het wachten een strategie van haar te zijn, wellicht hoopt ze dat ik dan toch weer zwicht voor de kwartjestelefoon. Geduld is misschien toch wel een schone zaak?

En Herman? Die is een sterke steunpilaar (en meer dan dat). Soms een inzinking nabij neemt hij mij bij de 'lurven' en doen we samen wat nodig is. Shoppen en nog eens shoppen, inpakken en lijstjes maken. Mijn chaosgevoel is soms overheersend, maar zijn ordedrang lijkt toch te overwinnen. En gelukkig maar! Van mijn eigen rommel (in geest en daad) wordt ik ook alleen maar wanhopiger.

21 oktober

Deze pagina's worden door Herman Kuiper onderhouden.