Autorijden

Een deel van de lol van in Afrika op vakantie gaan (of daar werken zelfs) is het kunnen rondcrossen in een veel te grote auto, over wegen die die naam soms niet helemaal waard zijn. Zambia heeft asfaltwegen waarvan een aantal goed genoeg is om een beetje op te kunnen doorrijden. Veel harder dan 100 ga je dan nog steeds niet, want je weet maar nooit of je niet opeens een pothole voor je kiezen krijgt. Andere wegen waren duidelijk ooit eens geasfalteerd, maar daar zitten nu zoveel gaten in, dat langzaam rijden het advies is. Zeker als je je bedenkt dat zo'n grote Toyota 4x4 het zwaartepunt wat hoog heeft liggen en ook niet zo vreselijk zwaar is, zodat omkieperen bij een te snelle ontwijkende manoeuvre tot de mogelijkheden behoort. Wat daar tegen helpt is een paar grote zakken zand in de achterbak te leggen. Over zand gesproken: aandoenlijk zijn de kleine kindertjes die langs zo'n weg vol gaten bivakkeren en zodra er een auto aankomt, snel een paar handjes zand in een van de gaten gooien om vervolgens hun hand op te houden. "Kijk ons eens de weg repareren! Daar heeft u vast wel wat voor over!". De vraag is of ze niet daarna net zo snel dat zand er weer uithalen, anders verdien je al helemaal nooit meer wat...

De wegen zonder enig asfalt zijn vaak nog beter begaanbaar dan de wegen waar ooit asfalt opgezeten heeft. Langdurig gebruik heeft vaak een paar "sporen" getrokken, en zolang zich geen wasbord heeft gevormd kan je behoorlijk doorrijden (60 tot 80 kilometer per uur is geen probleem, en dat op wegen waar je in Nederland waarschijnlijk 30 zou rijden...) Zo'n wasbord is vervelend, maar voor het comfort maakt het eigenlijk niet heel erg uit of je nou langzaam gaat rijden of niet, last van je rug krijg je toch wel.

Vreemde verkeersgewoontes bestaan hier ook wel: rijd je 's avonds over een onverlichte "snelweg", doet de tegenligger opeens zijn of haar rechterknipperlicht aan (men rijdt links). Daar kijk je wel even van op, totdat iemand uitlegt dat dat hier de gewoonte is: op die manier is de "zijkant" van de passerende auto beter zichtbaar, zodat je wat afstand kan nemen (strepen op het wegdek zijn er nauwelijks).

Vanwege de potholes is het wel prettig om in het donker wat meer voor je uit te kunnen kijken. Daar is een simpele oplossing voor: groot licht. Alleen is het kennelijk teveel moeite om dat groot licht even uit te doen als er een tegenligger aankomt. Zelfs in de stad rijden veel mensen met groot licht, wat dan door het grotere aantal auto's op de weg niet echt een pretje is.

De kwaliteit van de auto's valt eigenlijk in twee categorieën: nieuw en goed, of oud en je-vraagt-je-af-hoe-lang-dat-nog-goed-gaat. Vooral taxi's vallen in de laatste categorie: tussen je voeten kan je de potholes voorbij zien komen. Met enige regelmaat komt het ook voor dat van die auto's één van de koplampen stuk is. Vervelend voor de bestuurder, maar vaak vervelender voor de tegenliggers, want om de een of andere reden is het bijna altijd de rechterkoplamp die het niet doet...

In Harare is de toestand weer heel anders dan in Lusaka: ook veel oude auto's die daar zeer vaak worden bestuurd door oude mannetjes en vrouwtjes die na het onafhankelijk worden van Zimbabwe niet naar Engeland terugwilden. Hun financiële situatie is kennelijk niet voldoende om eens een nieuwe auto te kopen, en dus rijden ze al twintig jaar rond in een (voor die tijd luxe) auto. Ze zijn wel prima onderhouden, dat wel.

In het oosten van Zimbabwe kwamen we wel het absolute tegengestelde van zo'n grote Toyota tegen: een Austin Mini. De eigenaar was een Engelsman die daar in de bergen een tearoom draaiende hield, met overigens uitstekende taart en een ruime selectie koffie, thee en warme chocolademelk. Ik heb de auto niet zien rijden, maar gelukkig is het wegennet in Zimbabwe een stuk beter dan in Zambia: om nou met een Mini in een pothole te komen vastzitten lijkt me ook niks...

Deze pagina's worden door Herman Kuiper onderhouden.